woensdag 17 december 2008

Auckland en Hong Kong ( 8-13 dec.)

Aangezien we tot nu toe nog steeds geen Maori’s hebben zien dansen of horen zingen, zijn we maandagochtend 8 december naar het Auckland Museum gegaan, waar dagelijks voorstellingen zijn. De uitvoering was aan de korte kant, maar wel genoeg om een goede indruk te krijgen.


De rest van de ochtend zijn we door het drie verdiepingen tellende museum gelopen, voornamelijk om wat van de Maori cultuur op te steken. Zo kregen belangrijke Maori’s vroeger een kenmerkende gezichtstatoeage.


Parnell is een van de oudere wijken van Auckland. Hier zijn nog veel koloniale huizen te vinden, zoals de Ewelme Cottage uit 1860, gebouwd van het hout van de kauribomen.


We eindigen de middag met een uitzicht vanaf Mount Eden, de hoogste vulkaan in dit gebied, op het centrum van Auckland met de imposante Skytower.


Dinsdag is onze laatste dag in Nieuw Zeeland. Het vliegtuig vertrekt pas om 23.50 uur. We hebben dus nog tijd genoeg, om leuke dingen te doen. Helaas werkt het weer niet erg mee. Het regent continu, zodat we maar wat overdekte activiteiten gaan uitzoeken. Het Kelly Tarlton’s Antartic Encounter and Underwater World heeft een bijzonder mooi aquarium.


Je loopt via een glazen tunnel door het water, zodat het lijkt of je op de zeebodem loopt. Twee keer per dag worden hier de roggen gevoerd, wat niet altijd even makkelijk is.


Het “Antartic” slaat op een ruimte, waarin pinguïns in de voor hen normale koude omgeving vertoeven. Met een treintje rijd je er zodanig omheen, dat je ze ook ziet zwemmen ( eigenlijk vliegen ze in het water ).


De rest van de dag lopen we nog wat winkels in het centrum van Auckland af, op zoek naar de laatste souvenirs. Met de nachtvlucht vertrekken we naar Hong Kong.

Woensdag komen we om 6.15 uur plaatselijke tijd , na een vlucht van 11 uur, in Hong Kong aan. Een bus brengt ons naar het hotel in de wijk Kowloon. In het hotel blijkt onze kamer nog niet klaar te zijn. We besluiten dan maar direct de stad in te gaan. Kowloon ligt op het vaste land. Met een veerboot kun je naar Hong Kong Island varen.


Lopen doe je daar vaak ondergronds of via overdekte wandelgangen, enkele meters boven de grond.


Ergens tussen de torenflats vinden we de Man Mo Tempel. Deze tempel is gebouwd in 1860 en is een van de oudste en beroemdste tempels van Hong Kong.


Van binnen veel kaarslichtjes en wierookluchten, zodat zelfs sommige Chinezen alleen met een monddoek de tempel binnengaan.


Met een tram, die onder een hoek van 45 graden omhoog gaat, komen we bij de Victoria Peak aan. Dit is het hoogste punt van Hong Kong Island. Het is een prachtige heldere dag, hetgeen niet vaak voorkomt, vanwege de smog in Hong Kong.


We maken een wandeling van een uur rond de Victoria Peak, waarbij we een grandioos uitzicht hebben op de indrukwekkende stad Hong Kong en de haven.


Aan het einde van de middag rijden we met de metro naar de Che Kung Tempel ten noorden van Kowloon. Hier is duidelijk meer ruimte voor deze grote Taoïstische tempel.


Donderdag gaan we met een snelle veerboot naar het eiland Lantau, waar ook het vliegveld is. We hebben woensdag op het vliegveld een Octopus Card gekocht. Dit is een soort chipkaart, waarmee je in Hong Kong met het openbaar vervoer kunt reizen. Anders zou je elke keer met gepast geld moeten betalen, wat nogal lastig is. Vanaf het water zien we, dat er een nieuwe brug wordt aangelegd tussen Lantau en het vaste land.


Met de bus rijden we in een uur naar het plaatsje Tai-O, een oud vissersdorp in het noordwesten van Lantau. Het bijzondere van dit dorp is, dat veel huizen op palen zijn gebouwd.


Wat ook opvalt is, dat veel huizen van blik zijn gemaakt, maar wel voorzien van elektriciteit, telefoon en TV antennes.


Er wordt hier veel gedroogde vis verkocht op de markt, die vooral ’s ochtends actief is.


Met de bus rijden we daarna naar Ngong Ping, waar een 34 meter hoge bronzen Boeddha staat, die via een 268 treden tellende trap te bereiken is.



Van boven heb je een goed zicht op dit zeer toeristische plaatsje, waar het Po Lin klooster te zien is.


Het klooster bestaat uit een aantal tempels, waar we de monniken duidelijk op de voor hun kenmerkende wijze horen murmelen.


Met de onlangs aangelegde Cable Car (eigenlijk een gondellift) van 5,7 km ! lengte, dalen we af naar Tung Chung, dat vlakbij het vliegveld ligt.


Van hieruit nemen we de metro naar Kowloon. De ingang van een metrostation in Hong Kong wordt altijd duidelijk aangegeven met een symbool.


’s Avonds bezoeken we nog de bekende openlucht bazaar van Temple Street, niet ver van ons hotel vandaan. Het uitzicht vanuit onze hotelkamer is ook bijzonder.


Vrijdag is onze laatste dag in Hong Kong. We nemen de metro en bus naar Aberdeen, dat in het zuiden van Hong Kong Island ligt. In dit voormalige vissersplaatsje liggen in de haven nog veel traditionele schepen: sampans en gemoderniseerde jonken.


We huren voor een uur een sampan met schipper voor een tochtje door de haven van Aberdeen.


We zien veel jonken, waarop Chinezen wonen en werken.


Maar de tegenstelling tussen arm en rijk is ook hier duidelijk zichtbaar.


Het bekendste restaurant van Hong Kong, het Jumbo Floating Restaurant, ligt in deze haven.


We rijden met de bus door naar de kustplaats Stanley, waar je op de dagelijkse markt koopjes kunt vinden. Het betreft veel kleding en schilderijen. We bezichtigen ook nog even de vlakbij liggende Tin Hau Tempel.


Elke avond is er een lichtshow in de haven van Kowloon te zien. Op de tonen van muziek, verandert de neonverlichting aan de torenflats, afgewisseld met lange laserstralen.


Zaterdag is de laatste dag van onze reis om de wereld in 80 dagen. We staan om 4.30 uur op, want ons vliegtuig naar Londen vertrekt om 8.15 uur. De vlucht duurt 13 uur, maar dankzij de sudoku puzzels vliegt de tijd voorbij. In Londen stappen we over op de vlucht naar Amsterdam, waar we om 18.00 uur aankomen. Daar wacht ons een verrassing, want Mara en Armand wachten ons op en brengen ons naar Apeldoorn.

zondag 7 december 2008

7e week Nieuw Zeeland (1-7 dec.)

Maandag 1 december arriveren we vroeg in de middag in de stad Kaikoura, die aan de oostkust in het noorden van het Zuidereiland ligt.


Eerst gaan we een wandeling maken langs de kust van het bijbehorende schiereiland. We komen hierbij veel verschillende kustvormen tegen.


Er broeden zeemeeuwen en omdat ik op een gegeven moment te dicht bij een stel pasgeboren kuikens kom, word ik door vader zeemeeuw met een lading poep overgoten!


Voor de namiddag hebben we een Whale Watch Cruise geboekt, maar door de ruwe zee gaat deze boottocht niet door. In plaats daarvan gaan we aan de andere kant van Kaikoura de kust bekijken. Deze kust ziet er heel anders uit. Veel uit lagen opgebouwde gesteente, waar we weer een aantal zeehonden zien rusten.


Dinsdag is onze laatste dag op het Zuidereiland. Bij vertrek uit Kaikoura hangt er een dichte mist, zodat we nauwelijks de zee kunnen zien. In Picton is het opgeklaard. We rijden nog een stukje langs de kust. Bij een Pa zien we onze veerboot uit Wellington al aankomen.


Pa's kom je veel tegen in Nieuw Zeeland. Het zijn heilige plaatsen voor de Maori's. Vaak staat er een beeld of een ontmoetingshuis bij.


In Wellington aangekomen, blijkt de deur van het vrachtruim, waarin onze koffers zijn opgeslagen, vast te zitten. Na twee uur wachten, besluiten we op aanraden van een medewerker eerst maar een hapje te gaan eten. Net op tijd komen we terug, want onze koffers liggen al in een vrachtauto om elders in de stad gedumpt te worden. Hier maken we kennis met het zeer slechte management van de Interislander Ferry.

Woensdag is Napier aan de oostkust van het Noordereiland onze eindbestemming. Onderweg komen we langs het plaatsje Onga Onga, waar je nog huizen ziet staan uit het einde van de 19e eeuw, toen de eerste kolonisten hier kwamen.


Veel oude houten kerkjes kom je in Nieuw Zeeland wel vaker tegen.


Bij een plaatselijke kunstenaar bekijkt Iene een vitrine met aparte vogelhuisjes.


Even ten zuiden van Havelock North hebben we boven op de Te Mata Peak een prachtig uitzicht over de omgeving: Hawke Bay en de Tukituki River.


Ook kun je ver het binnenland inkijken, maar dat is sterk afhankelijk van de stand van de zon.


Napier is een mooie stad, die opvalt door veel gebouwen in Art Deco stijl.


Langs de boulevard ( Marine Parade ) staan reusachtige Norfolk dennen.
De sfeer doet ouderwets Engels aan.


Donderdag gaan we verder langs de oostkust naar Gisborne. Onderweg maken we een omweg naar Te Urewera National Park en Lake Waikaramoana. Hier komen niet veel toeristen.


Onze eerste wandeling is een behoorlijke klim naar Lou's Lookout, waar je een mooi uitzicht hebt.


Daarna lopen we door de bossen langs een aantal watervallen, waarvan de Papakorito Falls de allermooiste zijn.


Het eindpunt van onze laatste wandeling is een meertje met bijzondere steenformaties.


Daarna rijden we over de Tiniroto road door het binnenland naar Gisborne. Een rustige route, die door volkomen ongerepte, groene landschappen voert.


Vrijdag zouden we langs de oostkust via Cape East naar Opotoki rijden, maar na enig rekenwerk blijkt, dat we hier geen tijd voor hebben. Nu gaan we binnendoor via Opotoki naar het schiereiland Coromandel. In Gisborne is James Cook voor het eerst aan land gegaan. Vlakbij het water staat een standbeeld van hem.


Er woont een vrij grote Maori gemeenschap langs de oostkust. Het meetinghouse Te Poho-O-Rawiri in Gisborne, is een van de grootste in Nieuw Zeeland.


Bij de kustplaats Whakatane rijden we naar Kohi Point, de oudste "Pa site" van Nieuw Zeeland. Hier heb je o.a. een prachtig uitzicht over Ohope en Okiwa Harbour.


Zaterdag gaan we verder langs de oostkust van het schiereiland Coromandel. Bij het plaatsje Tairua klimmen we naar de top van Paku ( een oude Pa site ), waar je uitzicht hebt op Pauami en Tairua Harbour. Dit punt is werkelijk grandioos !


Slechts via een smalle vaargeul kun je in deze Tairua Harbour met boten varen.


Bij het plaatsje Hahei maken we een wandeling langs de kust, die hier voornamelijk uit krijtgesteente bestaat.


Uiteindelijk komen we bij Cathedral Cove (een arch), waar je bij eb onderdoor kan lopen.


Verderop bij Ferry Landing heb je een uitzicht op Lonely Bay (onder) en Cooks Bay (boven).


Vandaag overnachten we in Coromandel, dat aan de westkust van het schiereiland ligt. Een Engels plattelands stadje met kleurrijke rozentuinen en witte huizen. Het lijkt wel een decor.


Zondag 7 december gaan we terug naar Auckland, waar we onze reis door Nieuw Zeeland begonnen zijn. Alleen is het weer nu een stuk aangenamer. De zon schijnt; het is 28 graden. Via een aantal mooie baaien rijden we eerst nog noordwaarts naar het plaatsje Colville.


Terug in Coromandel, dat eind 19e eeuw een echte gold rush kende, bezoeken we de Goldmine and Stamper Battery. Hier krijgen we uitleg, hoe vroeger goud uit de rotsen werd gewonnen. Dit is het enige nog werkende exemplaar uit die tijd. D.m.v. een waterrad werd energie opgewekt.


Via het waterrad werden stampers in werking gezet, die het goudhoudende gesteente verpulverden.


Daarna werden de resten fijn gemalen in grote mortieren, waarin op de bodem een hoeveelheid kwik lag. Daarin werden de kleine gouddeeltjes "opgelost" tot een soort amalgaan.


Het kwik werd vervolgens door verhitting gedestilleerd, zodat het goud ( met nog wat zilver ) overbleef. Het rendement van dit proces was toen ongeveer 50%. De rest van het goud ligt nu op de bodem van de harbour ter plaatse !


In de namiddag rijden we naar het zuiden, om uiteindelijk de dag te eindigen in Auckland.