zondag 30 november 2008

6e week Nieuw Zeeland (24-30 nov.)

Maandag 24 november vertrekken we uit Invercargill voor een tocht door de Catlins. Dit is een prachtig kustgebied in het zuidoosten van het Zuidereiland met een bijzondere flora en fauna. Bij Slope Point zien we deze waterplanten langs de rotsen groeien, waarvan Iene eerst dacht dat het inktvissen waren.


Bij het even verder gelegen Curio Bay zijn op de rotsen versteende boomresten van 160 miljoen jaar oud te vinden. Deze zijn alleen bij eb waarneembaar.


En in het zonnetje ziet zo'n kustgebied er altijd een stuk aantrekkelijker uit.


Plotseling komt er een Hoiho ( een geeloog pinguin ) uit zee tevoorschijn. Deze soort komt alleen op bepaalde plekken van het Zuidereiland voor. En nu ook nog midden op de dag, terwijl ze normaal pas tegen de avond aan land komen.


Na een uitgebreide poetsbeurt loopt de pinguin over de rotsen naar het struikgewas erachter.


In de Catlins zijn ook een paar zeer fraaie watervallen. Zoals de McLean Falls, waar het water trapsgewijs van grote hoogte naar beneden valt.


De verderop gelegen Purakauni Fall is breder en minder hoog, maar ziet er zeer pittoresk uit.


Bij Paunawea aan de Surat Bay en Cannibal Bay zien we voor het eerst zeeleeuwen. Via onverharde wegen en een flinke strandtocht kunnen we ze eindelijk vinden. Ze liggen hier vaak op het strand uit te rusten.


Als we wat dichterbij komen, wordt een zeeleeuw even wakker en moet flink gapen. Of is het een waarschuwing aan ons om hem met rust te laten, want hij maakt er flink wat geluid bij.


Laat in de middag lopen we naar Nugget Point, waar een vuurtoren staat uit 1869.


De kust ziet er hier ook bijzonder uit met de puntvormige rotsen, die uit zee rijzen.


We overnachten in het plaatsje Balclutha.
Dinsdag vertrekken we met lichte regen naar Dunedin. Onderweg begint het steeds harder te regenen en in Dunedin aangekomen, stormt het zelfs zo erg, dat we niets meer kunnen ondernemen. We betrekken al voor de middag onze motelkamer en blijven hopen op beter weer, dat er echter niet komt. Ik heb deze dag zelfs geen enkele foto gemaakt en dat is me deze vakantie niet eerder overkomen. De weersverwachting voor woensdag is beter, dus we besluiten nog een dag in Dunedin te blijven.

Woensdag is het weer inderdaad beter. Af en toe schijnt de zon, maar het is zeer winderig en koud. 's Morgens nemen we een kijkje in de stad, die tijdens de gold-rush in de 2e helft van de 19e eeuw de grootste stad van Nieuw Zeeland was. Er is nog flink wat Victoriaanse architectuur bewaard gebleven. Het stationsgebouw wordt het mooiste gebouw van Nieuw Zeeland genoemd.


De rest van de dag bezoeken we het schiereiland Otago Peninsula. Vanaf dit schiereiland heb je uitzicht op Otago Harbour, waaraan Dunedin ligt.


We nemen een kijkje bij Larnach Castle, het enige "kasteel" in NZ, gebouwd in 1871.


Het kasteel heeft een prachtig verzorgde tuin, waarin wij even voor de foto poseren.


Vervolgens rijden we via de onverharde Sandymount road naar de zuidkust, om daar een kustwandeling (met het nodige klimwerk) te maken. We hebben mooi zicht op Hooper Inlet.


Ook zijn er mooie baaien langs deze kust. De Allans Beach is daar een voorbeeld van.


In het uiterste noorden van het schiereiland is een Albatrossenkolonie, bestaande uit ongeveer 150 vogels. Onder leiding van een gids hebben we deze vogels enigszins van dichtbij kunnen bekijken. Ze kunnen een spanwijdte van wel 3,50 m krijgen!


Donderdag gaan we op weg naar Omarama, dat onze uitvalsbasis is voor het Mount Cook National Park. Eerst nemen we afscheid van Dunedin via een uitzicht vanaf Mount Cargill op Otago Harbour en het daar achter liggende Otago Peninsula.


Halverwege Dunedin en Oamaru ligt Shag Point. Hier treffen we op de rotsen een vrij grote zeehondenkolonie aan.


De mannetjes zien er imposant uit en de vrouwtjes zijn duidelijk eleganter. Er zijn veel pas geboren zeehondjes aanwezig. Daarom blijven de zeehonden enkele maanden op de rotsen.


Even ten noorden van Shag Point liggen op het strand bij Moeraki enkele bolvormige rotsen. Ze worden de Moeraki Boulders genoemd.


Iene kan haast niet geloven dat het echte rotsen zijn en probeert er een om te rollen, hetgeen helaas niet lukt.


Langs de Waitaki River rijden westwaarts naar Omarama. Onderweg komen we stuwmeren tegen, die ongeveer 30 % van de elektriciteit voor Nieuw Zeeland opwekken. Zo stroomt de rivier na de dam van Lake Aviemore.


Bij Lake Benmore zien we de eerste besneeuwde toppen van de Southern Alps liggen.


Vrijdag gaan we op weg naar het Mount Cook National Park, om daar te wandelen. Vlakbij Omarama is deze bloemenzee van lupines in het stroomgebied van de Ahuriri River .


Aan de oever van Lake Pukaki, dat prachtig helderblauw water heeft, zien we op de achtergrond Mount Cook liggen. Dit is de hoogste berg ( 3754 m ) van Nieuw Zeeland.


Verder rijdend langs Lake Pukaki heb je steeds prachtige uitzichten op besneeuwde toppen van de Southern Alps. Aan de westkant hiervan liggen de Franz Josef- en Fox glaciers.


Na Lake Pukaki begint het stroomgebied van de Murchison River, met het water van het gesmolten sneeuw van de bergen erachter.


Onze eerste wandeltocht (4 uur heen en terug ) gaat door de Hooker Valley. Eerst komen we de Mueller Glacier en het bijbehorende gletsjermeer tegen.


Daarna lopen we richting de Hooker Glacier met steeds Mount Cook op de achtergrond.


Het pad komt uiteindelijk bij het gletsjermeer van de Hooker Glacier uit. De gletsjer is bedekt met grijs puinsteen en het meer is ook praktisch grijs gekleurd met een drijvende ijsschots.


Helaas kunnen we door de aanwezige waterstromen niet dichter bij de gletsjer komen.


Onze tweede wandeltocht gaat naar de Tasman Glacier. Eerst een pad naar boven via de Blue Lakes, die inmiddels groen zijn geworden.


Boven hebben we een prachtig uitzicht op de Tasman Glacier en het gletsjermeer.


In dit gletsjermeer zijn flink wat ijsbergen te zien. Om deze van dichterbij te bekijken, lopen we nog een ander pad naar de oevers van het meer.


Zaterdag verlaten we Omarama met als einddoel Christchurch. Onderweg hebben we nog lange tijd uitzicht op Mount Cook en de vele lupines, die langs de weg staan.


Vlakbij Lake Tekapo ligt Mount St. John, waarop een sterrenwacht is gebouwd. Je hebt hier een 360 graden uitzicht op de omgeving, waaronder het kleine Lake Alexandrina.


Aan Lake Tekapo ligt de Church of the Good Shepherd uit 1935. Vanaf de kerkbanken zie je door een groot venster het meer. Als niet gelovige, zou ik hier graag een mis bijwonen.


Zondag 30 november zijn we 's morgens even in het centrum van Christchurch gaan kijken. De sfeer doet zeer Engels aan. Er rijdt zelfs een echte ouderwetse tram rond.


Net als in Nederland beginnen de voorbereidingen voor Kerstmis zichtbaar te worden.


Via de zeer hoog gelegen Summit road rijden we het schiereiland Banks Peninsula op. We hebben een goed uitzicht op Christchurch en omgeving.


Het uitzicht naar de andere kant (het schiereiland) heeft echter onze voorkeur. We rijden verder in de richting van het plaatsje Akaroa, waar Franse invloeden zichtbaar zijn.


Daar boeken we voor een "harbour cruise". Gedurende deze boottocht van ongeveer twee uur zien we voor het eerst Hector dolfijnen. Het is de kleinste dolfijnsoort, waarvan er niet zoveel meer voorkomen en alleen aan deze kust van het Zuidereiland te vinden zijn.


We hebben geluk, want op zeker moment zwemmen er zeker negen dolfijnen rond onze boot.


Verder zien we ook nog wat zeehonden op de rotsen, pinguïns in het water en een soort aalscholvers nestelen.


We begonnen de boottocht met zonnig weer, maar binnen een uur sloeg het weer volledig om, werd het zwaar bewolkt en trok een zeer koude wind aan. Inmiddels zijn we gewend geraakt aan vier seizoenen op een dag. Dat hebben we in NZ vaker meegemaakt.

Geen opmerkingen: